Co-dependentie vs. Co-regulatie

22-03-2022

Veel mensen en zeker mensen met bindingsangst, vinden afhankelijkheid in de context van relaties een vies woord. Dit terwijl er niks mis is met gezonde wederzijdse afhankelijkheid, waarbij twee autonome individuen aan elkaar verbonden zijn en afhankelijk van elkaar voor wederzijdse liefde, affectie, steun, geborgenheid, waardering en intimiteit. Het is gezond zolang de verbinding gelijkwaardig is. Het is niet gezond wanneer je te veel op elkaar leunt voor je levensgeluk, wanneer je verwacht dat de ander jouw innerlijke leegte zal opvullen en wanneer een van de partners of allebei zich gaat aanpassen bijvoorbeeld door te pleasen als manier om zichzelf zeker te stellen van de liefde of affectie van de ander.

Co-dependentie
Co-dependentie ontstaat wanneer jij en je partner van elkaar afhankelijk worden voor de bevestiging van wie jij bent, voor jouw gevoel van eigenwaarde. Dit wil je voorkomen omdat je anders een stuk van je identiteit en authenticiteit verliest. Je hebt het bijvoorbeeld nodig om continu te horen dat hij nog van je houdt. Je maakt jezelf ondergeschikt, je doet allerlei dingen omdat jouw partner dat leuk vindt om te doen en of dit impliciet van jou verwacht. Je zorgt bijvoorbeeld dat je jouw agenda vrij houdt voor hem of haar of je laat jouw eigen behoeften en verlangens buiten beschouwing.

Co-regulatie
Co-dependentie is anders dan co-regulatie. Bij het laatste help je elkaar kalmeren, je troost elkaar wanneer dat nodig is. Daar is niks mis mee. Sterker, gezien vanuit het perspectief van hersenontwikkeling is co-regulatie voorwaardelijk om daarna zelfregulatie te leren. Doordat een ouder laat zien hoe het de eigen emoties reguleert krijg je zelf het goede voorbeeld en daarnaast ontdek je hoe je je veilig kan voelen in afstand en nabijheid. Je leert dat de relatie een veilige plek is, waar jouw emoties er mogen zijn. Om die reden kunnen veilige relaties helpend zijn om hechtingproblemen op te lossen. Doordat je ervaart dat wanneer hij of zij afstand neemt, dit niet betekent dat hij niet terugkomt en wanneer je leert vertrouwen dat hij er voor je is (of zal zijn) wanneer je het nodig hebt, neemt de verlatingsangst af. Je zal afstand steeds minder als onveilig ervaren.

Dunne scheidslijn
Toch is er een dunne scheidslijn tussen steun vragen of emotioneel afhankelijk zijn van je partner en jezelf verliezen. Dat laatste wil je niet. Daarom is het belangrijk om steeds weer de verbinding met jezelf te herstellen, opdat co-regulatie niet omslaat naar co-dependentie. Soms loopt de spanning zo erg op dat het niet in je eentje lukt om je weer veilig te voelen. Je brein is er namelijk op ingericht om in eerste instantie bescherming te zoeken met anderen en als dat niet lukt te vechten, vluchten of bevriezen. Daarom is het logisch dat wanneer de angst overweldigend is, je de behoefte voelt aan verbinding met je partner. Maar als je niet bij hem terecht kan of hij voelt niet veilig dan schiet je in een van de andere overlevingsmechanismen met daarbij allerlei fysieke sensaties waardoor je je ook niet veilig voelt in je eigen lijf. 

Ook al is het moeilijk, toch is het belangrijk dat je leert om naast steun te vragen ook je eigen emoties te verdragen en jezelf te kalmeren, in ieder geval tot het niveau dat je schadelijk gedrag voor jezelf of de relatie kunt voorkomen. Het gaat erom dat je de impuls kan beheersen om te handelen op een manier die je niet wil, bijvoorbeeld claimen of schreeuwen en zodat je op een constructieve manier kan vragen om wat je nodig hebt, bijvoorbeeld contact, een knuffel of troost. 
Het is aan de ander of hij of zij kan op dat moment kan geven wat jij nodig hebt. Wanneer hij of zij dat niet kan of wil geven dan kan het enorm helpend zijn om te weten wanneer wel. Pas wanneer je het gevoel hebt dat je weer veilig bent, kan de spanning zakken. 

Bovenstaande tekst is een stukje uit Bang hart reset. Klik hier om deze te bestellen. Liever persoonlijke begeleiding? Dat kan natuurlijk ook. Lees hier over de mogelijkheden voor coaching of neem contact met me op.